De correspondentie van Erasmus is een van de meest interessante briefwisselingen die de wereldliteratuur heeft voortgebracht. In dit eerste deel van de integrale uitgave van alle 3.141 brieven van en aan Erasmus zijn de brieven opgenomen de werden geschreven tussen 1484 en 1500. De briefwisseling is niet alleen uitermate boeiend voor degenen die zich interesseren voor de renaissance en het humanisme, maar ook degenen die zich interesseren voor politieke ontwikkelingen en dat in heel Europa, komen ruimschoots aan hun trekken. Verder vinden we er een religieuze wereld die dreigt uit te sterven in terug, tot leven gewekt in venijnige polemieken. We zien de ontwikkeling van de universiteiten van Parijs, van Leuven. We maken kennis met leerling-bedienden die vaak zelf een grote naam zullen verwerven. We ruiken de rotte vis en lijden met Erasmus mee in de Duitse onverwarmde en smokerige herbergen. En of zijn brieven nu venijnig of sarcastisch, vrolijk en uitgelaten of droevig en sentimenteel, somber of zeurderig, ironisch of irenisch zijn, zij zijn altijd puntig en spits, een genot om te lezen en zij geven een schitterend inzicht in de mn en zijn tijd. De vertaling van de eerste 141 brieven werd verzorgd door drs. M.J. Steens. Hij werd bijgestaan door een adviesraad bestaande uit dr. I.P. Bejczy (Radboud Universiteit Nijmegen), dr. M. D'Hane-Scheltema, vertaalster van o.a. Aristofanes, Ovidius en Vergilius, prof. dr. C.L. Heesakkers (Rijksuniversiteit Leiden) en emeritus hoogleraar dr. J. Sperna Weiland.